zondag 24 maart 2013

De Renaissance en de Gouden Eeuw in Nederland

De Renaissance
De Renaissance is de tijd na de Middeleeuwen, gelegen tussen 1400 en 1600. De Renaissance staat vooral bekend om de wedergeboorte van de Klassieke kunst en literatuur. Dit kwam omdat ze in deze tijd teksten terugvonden van de Klassieke Oudheden (Grieken en Romeinen), die zorgden voor een vernieuwend wereldbeeld. De mens begon zich te ontwikkelen en zich af te zetten van de kerk. Voortaan zouden ze niet alles meer gaan geloven wat autoriteiten hun beweerden. Ze gingen zelf op onderzoek uit.

Voor meer informatie over het begin van de Renaissance, kun je deze site bezoeken:


Architectuur
In Nederland verliep de Renaissance redelijk traag, het begon pas in 1500 en eindigde in 1700. Dit werd ook wel de Gouden Eeuw genoemd, omdat Nederland toen erg rijk werd van alle handel met het buitenland. In de Architectuur werden de gotische bouwstijlen die ze in de Middeleeuwen gebruikten, langzaam vervangen door de renaissancestijl. Kenmerken van deze stijl waren overgenomen vanuit de klassieke oudheid, zoals de zuilen, de gebloemde decoraties en de glas-in-loodramen. Daarnaast ging men, vooral in Amsterdam, trapgevels gebruiken en hoge herenhuizen bouwen.

Als je meer informatie wilt vinden over de architectuur, ga dan naar deze site:

Schilderkunst
Als we kijken naar de schilderkunst, dan zien we een grote verandering. Schilders gingen niet alleen meer  god en christus uitbeelden, maar ook andere figuren, die niet heilig waren. In deze tijd begonnen ze ook olieverf te gebruiken, wat zorgde voor meer nauwkeurigheid en een mooiere schilderkunst. In de afbeelding zie je een schilderij van Jan van Eijk. Typische kenmerken van de Renaissance hierbij zijn de heldere kleuren en de gezichtsuitdrukkingen.


Literatuur
Om ons te verdiepen in de literatuur gaan we het hebben over Jan van der Noot. Hij heeft vele teksten geschreven, zo ook een sonnet:

Sonnet

Waar wilt gij lopen, lief, waar wilt gij toch al lopen?
Gij vliedt van mij, schoon lief, eer gij weet wat ik meine.
Hoe wilt gij mij altijd d’een pijn op d’ander hopen?
Mijn liefde is schoon, lief, gestadig goed en reine.

Waarom vliedt gij van mij? Waar wilt gij toch al lopen?
Mijn liefde t’uwaards is gestadig goed en reine,
dies en wilt mij niet meer d’een pijn op d’ander hopen,
maar blijft staan, lief, vertoeft en verstaat wat ik meine.

Uw schoonheid zuiver maagd en uw goede manieren,
uw wijsheid, uw verstand en uw deugd goedertieren,
uw oogskens schoon en klaar, en uw rein eerbaar wezen,

uw zuiver blondig haar, uw wenkbrauwkens bij dezen,
behagen mij zo wel, dat ik tot alle tijên,
bij u wel wilde zijn, ’t waar’ in vreugd of in lijên.

Een genre wat toen der tijd erg in was, was het dichten. Vele schrijvers dichtten hun teksten en maakte er dichtbundels van. Jan van der Noot is bekend doordat hij de eerste renaissancedichter was die hoge opvattingen had over poëzie. In zijn teksten verwerkte hij vaak mythologie en stukken van de klassieke oudheid.

Voor nog meer informatie over Jan van der Noot, kun je deze site bezoeken:

woensdag 6 maart 2013

Uit het paradijs – Nelleke Noordervliet

Keuze
Ik heb voor weblogopdracht 3 het boek ‘Uit het paradijs’ gelezen van Nelleke Noordervliet. Dit boek heb ik geleend uit de mediatheek van school. Er was niet echt een specifieke reden dat ik dit boek heb gekozen, maar ik vond het er wel goed uitzien en het sprak me wel aan door de tekst op de achterkant.

Korte samenvatting
Het boek vind ik zelf nogal onduidelijk geschreven, dus sommige delen van het verhaal heb ik niet helemaal doorgekregen. Het verhaal gaat namelijk over een man, David, die denkt zijn moeder te hebben gezien, terwijl die al 30 jaar dood is. Hij zou haar hebben gezien in een auto, vlakbij hun ouderlijke huis. Nu is de vraag of hij paranormaal begaafd is of dat hij hallucinaties krijgt, want hij weet zeker dat zijn moeder niet meer leeft. Elke keer bij het bezoeken van het huis komen er herinneringen van vroeger bij hem op. Over zijn jeugd in Overveen, maar ook over zijn jeugd in België, met zijn stiefvader. Daarnaast denkt hij vaak na over het overlijden van zijn moeder. Hij weet niet hoe het is gebeurt, maar hij is er wel veel mee bezig.

Het thema
Het thema in het boek is moeilijk te verwoorden. Het is een zoektocht naar jezelf en ook wordt er duidelijk gemaakt dat je jeugd een erg belangrijk deel van je leven is. Zo heb ik twee fragmenten uit het boek:
1)     Blz. 55 – Daar beschrijft hij zijn verwardheid en wat hij hiertegen zou kunnen doen. Hier een kort citaat: ‘Ik doe de luxaflex naar beneden en zie het lege vel papier dat klaarligt. Ik wil aan het werk, want werken helpt me altijd aan helderheid, dwars door de dofheid in mijn kop, die aanvoelt alsof de meest nuttige en redelijke kennis eruit is weggelopen. Er is maar één wapen tegen de chaos en dat is het blinkende zwaard van de reden, de logica van de lijn.’
2)     Blz. 75 – Op deze bladzijde denkt hij na over vroeger en over zijn ouders. Hij haalt zijn jeugd erbij in zijn hoofd, terwijl hij erg verward bij zijn ouderlijke huis staat. In het citaat praat hij over zijn moeder. Hier een kort citaat: ‘Waarom moet alles zo’n voor de hand liggende verklaring krijgen? Waarom moest alles een verklaring krijgen? Waarom konden we het verleden niet simpelweg aanvaarden als een plunjebal vol losse handel. Ze wilde weg, omdat ze weg wilde, omdat ze haar leven een film maakte en een heldin moest lijden om het geluk te verwerven, omdat ze rusteloos was, om de witzijden sokken van Jef, om het pluche in de Brusselse bioscoop, uit kinderlijke nieuwsgierigheid, waarom-daarom.’

De hoofdpersoon
De hoofdpersoon uit het boek is David, omdat hij het verhaal vertelt en alles in het boek door zijn ogen wordt bekeken. Hij is niet getrouwd, drinkt veel en is daardoor erg verward. Ook doet hij niet veel moeite voor zichzelf en vind hij het niet erg om te sterven. Als je mij met hem vergelijkt, zie je weinig overeenkomsten. Ik ben natuurlijk ook niet getrouwd, maar ben wel veel socialer dan hem. Hij heeft zijn leven ook niet helemaal op een rijtje, ik wel, om het maar zo te zeggen. Ik vind mezelf dan ook erg anders dan hem. Ik zou dan ook niet snel vrienden met hem zijn.

Het taalgebruik
Het taalgebruik vind ik heel erg moeilijk in dit boek. Ik heb van sommige stukken echt helemaal niks begrepen, door het aparte gebruik van woorden. Bij mijn vorige citaten was al te zien wat voor taal er in het boek wordt gebruikt. Mijn moeder heeft dit boek ook gelezen, en zelfs zij vond het een moeilijk taalgebruik. Zijzelf snapte het wel, maar ze begreep ook dat het heel moeilijk te lezen is voor een vijftienjarige.
Het is best lastig om te beschrijven wat voor soort taal er wordt gebruikt in het boek, maar ik zal het proberen uit te leggen. Het is geschreven in hele lange zinnen, waarin er iets wordt beschreven op een hele gedetailleerde manier. Zo dwaalt de beschrijving eigenlijk weg van het verhaal, en als het verhaal dan weer verdergaat, moet je even terugkoppelen naar hetgene wat toen bezig was.

Hier een kort fragment om het taalgebruik duidelijk te maken:
"Het leven draagt een latex badpak en kan op de schouders van waterskiënde mannen staan, het haar als een banier achter zich aan wapperend; het draagt rouge en lipstick en danst in een strapless toiletje; het heeft aardige ouders en grappige neefjes - het leven ziet fraaie zonsondergangen." (blz. 39)

Dit laat zien wat voor een lange zinnen het boek heeft en wat voor taalgebruik. Naast deze twee dingen, maakt het afdwalen van het verhaal tijdens een beschrijving, dit boek ook moeilijk.

Mijn stemming tijdens het lezen
Ik weet niet goed in welke stemming ik kwam tijdens het lezen van het boek. Ik had ergens wel medelijden met Davids leven en met alle gebeurtenissen, maar ergens voelde ik ook weer niks, omdat ik de tekst soms niet snapte. Ik denk ook echt wel dat het een heel mooi boek is, maar niet voor een vijftienjarige. Voor volwassenen zou dit een heel goed boek kunnen zijn, omdat zij een grote taalschat hebben. Tijdens het lezen vroeg ik me dan ook vaak af wat een woord betekende.
Nu even niet over de taal, maar over het verhaal. Ik heb me heel vaak tijdens het lezen de vraag gesteld: ‘Hoe is Davids moeder overleden?’ en ‘Is David paranormaal begaafd, of waren het hallucinaties?’ Helaas heeft het boek niet duidelijk gemaakt wat het nou uiteindelijk was.

Bij het lezen van het boek heb ik meerdere boodschappen overgekregen. Zo weet ik nu dat je jeugd een heel belangrijke tijd van je leven is en dat het je voor altijd zal achtervolgen. Daarnaast besef ik nu dat niets is wat het lijkt en dat je echt jezelf moet blijven om alles te kunnen begrijpen.

Vergelijking met mijn andere gelezen twee boeken
De andere twee boeken die ik dit jaar voor Nederlands heb moeten lezen zijn ‘De Reünie’ van Simone van der Vlugt en ‘De Donkere Kamer van Damokles’ van Willem Frederik Hermans. Alle drie de boeken zijn heel anders, maar hebben ook weer overeenkomsten. Zo is ‘De Reünie’ een psychische thriller, met geweld, maar ook met veel herinneringen die worden opgehaald. Dat heeft ‘Uit het Paradijs’ ook, maar dan met veel minder geweld. Dit geweld zat weer in het boek ‘De Donkere kamer van Damokles’, namelijk in de oorlog. Wel komt in alle boeken liefde voor. Liefde voor vrienden en familie, maar ook voor de geliefde.
Qua taal zijn alle boeken weer heel verschillend. Dit boek heeft een hele moeilijke taal en opbouw, terwijl ‘De Reünie’ heel goed te lezen was voor mij. Dit is ook gelijk weer een overeenkomst voor het boek ‘De Donkere Kamer van Damokles’, die ook moeilijk was geschreven.
Als ik moest kiezen uit al mijn gelezen boeken, dan koos ik voor ‘De Reünie’ voor beste boek. Ik begreep dit verhaal heel goed en was ook heel blij dat ik het gekozen had. De andere twee boeken waren iets minder mijn stijl, om het maar zo te zeggen.

Vragen
In mijn opdracht stond dat ik twee open vragen moest stellen aan jou als lezer. Als je dit boek zou hebben gelezen en dan met mij een gesprek zou hebben over het boek, wat zou je dan zeggen als ik je vroeg met wie jij het meeste medelijden heb gehad tijdens het boek? En waarom? Ook ben ik benieuwd wat jij, na het lezen van het boek, zou denken over Davids moeder. Denk je dat David paranormaal begaafd is? Of zou je denken dat David gewoon dronken was en hij helemaal niks heeft gezien? Waarom denk je dat?

Ik hoop dat ik een goed verslag heb gemaakt over mijn boek en dat je het ook gaat lezen. Ik raad je wel aan om het te lezen als je een goede taalkennis hebt en goed met je hoofd bij het boek kan blijven. Veel leesplezier!