Een fabel is een korte, verzonnen vertelling. Kenmerkend zijn hierbij dieren. Fabels gingen vaak over dieren in menselijke vorm. Zo heb je Reinaart de vos, de bekendste dierenfabel. Eigenlijk is dit niet helemaal een fabel, omdat een fabel kort is en dit verhaal lang is.
Ook bestaan er andere fabels, namelijk de etiologische fabels en de anekdotische karakters:
Bij de eerste wordt er een duidelijke oorzaak gegeven van het verhaal en geven ze achtergrondinformatie over een bepaald fenomeen.
De laatste heeft een anekdotisch karakter.
Fabels bestaan al duizenden jaren. Zo denkt men dat de eerste fabels uit India komen rond 2000 voor Christus.
Welk dier zou ik zelf zijn?
Als ik zelf een dier zou moeten kiezen, zou ik zeggen dat ik een panda was. Ik denk dat omdat ik het dier goed bij me vind passen. Ik kan namelijk schattig zijn, maar ook groot en sterk qua karakter. Daarnaast vind ik het dier ook heel lief, maar een panda kan ook gevaarlijk zijn. Ook is het een sociaal dier. Een panda woont vaak samen met meerdere panda's en dat heb ik ook. Ik hou van mensen om me heen en vind drukte ook niet erg.
Mijn eigen korte fabel:
Op een dag liepen een panda en een beer door het oerwoud. Ze liepen al een lange tijd en waren erg moe. Het was herfst en de bladeren begonnen te vallen. “Luister eens panda”, zei de beer, ”De herfst is aangebroken en dat betekent dat ik weer in winterslaap ga”. De panda schrok en vroeg verward: “Winterslaap? Wat is dat?” Waarop de beer uitlegde dat hij een lange tijd ging slapen. “Maar waarom ga ik niet in winsterslaap dan?”, vroeg de panda. De beer vertelde hem dat niet elk dier een winsterslaap heeft en dat hij zich dus geen zorgen hoefde te maken. “Maar beer”, zei de panda, “Ik wil ook slapen voor een lange tijd, ik wil ook pas weer wakker worden in de lente.” “Panda, je moet begrijpen dat niet alle dieren in deze jungle hetzelfde zijn. Ik zal slapen tot alle blaadjes van de bomen weer aangegroeid zijn en jij zult wakker blijven en de winter doorkomen met andere panda’s.” “Maar beer, dat wil ik niet. Ik wil ook zoals jij een winterslaap houden. Ik wil niet achterblijven met andere panda’s, terwijl jij lekker ligt te slapen.” En terwijl de panda dat vertelde, moest de beer enorm gapen en maakte van zichzelf een klein bolletje. De panda en de beer keken elkaar kort aan, waarna de beer zijn ogen sloot en zachtjes begon te snurken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten