zondag 1 maart 2015

Literatuur leeslijst

Uit de volgende categorieën heb ik onderstaande boeken gelezen:

-      Vier boeken van voor 1880. Let op dat de vier boeken uit de verschillende periodes (middeleeuwen, renaissance, verlichting en romantiek) komen.

1.       Middeleeuwen: Auteur onbekend, Karel ende Elegast, Amsterdam, Amsterdam University Press, 2002 (geschreven rond 1250) (96 blz.*)
2.       Renaissance: P. C. Hooft, Granida – een droomhuwelijk, Amsterdam, Amsterdam University Press, 2003 (geschreven in 1605) (116 blz.*)
3.       Verlichting:  Betje Wolff en Aagje Deken, Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart, ’s Gravehage, Isaac van Cleef, 1782 (413 blz.*)
4.       Romantiek: Jacob van Lennep, De lotgevallen van Ferdinand Huyck, Amsterdam, P. Meijer Warnars, 1840 (372 blz.*)


-      Een roman van Louis Couperus, Frederik van Eeden, Marcellus Emants, Lodewijk van Deyssel, Herman Gorter, Willem Kloos, Jacob de Haan, A. Roland Holst of Carry van Bruggen.

-      Een roman/novellebundel uit de periode 1910-1945 naar keuze van F. Bordewijk, M. ter Braak, W. Elsschot,  Nescio, S. Vestdijk, E. du Perron, A. van Schendel of J.J. Slauerhoff.


5.       Simon Vestdijk, De koperen tuin, Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar, 1950 (279 blz.)

-      Een roman uit de periode 1945-1970 naar keuze van W.F. Hermans, Harry Mulisch, Gerard Reve, Hella S. Haasse of Anna Blaman

(zie nummer 11)

-      Een roman uit de periode 1980-nu naar keuze van Jeroen Brouwers, Adriaan van Dis, Renate Dorrestein, A.F.Th. van der Heijden, Frans Kellendonk, Connie Palmen, P.F. Thomése, J.J. Voskuil, Leon de Winter, Joost Zwagerman, Manon Uphoff, Margriet de Moor, Herman Koch, Oek de Jong, Doeschka Meijsing, Jan Siebelink, Maarten ‘t Hart.

6.       Connie Palmen, De Vriendschap, Amsterdam, Prometheus, 1995 (311 blz.)

-      Een roman van een veelbelovend auteur uit het laatste decennium: Gerbrand Bakker, Kees van Beijnum, Peter Buwalda, Peter Delpeut, Stefan Enter, Arnon Grunberg, Arthur Japin, Marcel Möring, Hans Münstermann, Ilja Leonard Pfeijffer, Thomas Rosenboom, Jan Tetteroo, Tommy Wieringa, Esther Gerritsen, L.H. Dautzenberg, Hafid Bouazza, Peter Terrin, Christiaan Weijts

7.       Arthur Japin, Een schitterend gebrek, Amsterdam, Arbeiderspers, 2010 (240 blz.)**

-      Een Vlaamse roman naar keuze van: Louis Paul Boon, Stefan Brijs, Hugo Claus, Saskia De Coster, Kristien Hemmerechts, Tom Lanoye, Erwin Mortier, Yves Petry, Annelies Verbeke, Peter Verhelst, Dimitri Verhulst of Erik Vlaminck.

8.       Erwin Mortier, Godenslaap, Amsterdam, Bezige Bij, 2008 (405 blz.)

-      Een recensie-exemplaar: een in het examenjaar verschenen roman met twee gezaghebbende recensies (in kopie toevoegen). Leg je keuze eerst voor aan je docent!

9.       Esther Gerritsen, Roxy, Breda, Uitgeverij de Geus, 2014 (285 blz.)


-      Een vertaalde literaire roman uit de wereldliteratuur (NB: niet uit een taal die je als schoolvak volgt), bijvoorbeeld van Primo Levi, Garcia Marquez, Dostojevski, Tolstoj, etc etc.

10.   Gisa Klönne (vertaling door O. Groenewoud), En het woud zwijgt (vertaling van Der Wald ist Schweigen), Amsterdam, Signatuur, 2005 (344 blz.)

-      Een  “Nederland Leest! Boek” in 2012 De donkere kamer van Damokles van Willem Frederik Hermans

11.   Willem Frederik Hermans, De donkere kamer van Damokles, Amsterdam, G. A. Van Oorschot, 1958 (318 blz.)**


-      Een keuze uit bovenstaande 14 keuzes.

12.   Jan Willem Smeets, Leugens en Lotgenoten, Amsterdam, Ailantus, 2010 (237 blz.)


*Van deze boeken alleen fragmenten, omdat de hele boeken niet te vinden waren.
**Deze boeken heb ik in de vierde klas gelezen.


Roxy, Esther Gerritsen

Het boek wat ik voor mijn lijst heb gelezen in de categorie eindexamenjaar 2014/2015 was Roxy van Esther Gerritsen. Het gaat over een vrouw die veel moeite heeft met andere mensen en het omgaan met vreemde situaties. Roxy raakt haar man kwijt door een auto-ongeluk en komt er opeens helemaal alleen voor te staan.


Roxy
'Hoe reageer je als je hoort dat je man is omgekomen bij een auto-ongeluk? De zevenentwintigjarige Roxy, hoofdpersoon uit de gelijknamige roman van Esther Gerritsen, verneemt het nieuws gelaten. Ze gaat weer naar bed, probeert te slapen en belt ’s morgens aarzelend haar kennissen en naaste familie op. De dagen erna blijft ze koel, vooral wanneer ze erachter komt dat er in de aangereden auto van haar man een jonge vrouw aanwezig was, met wie hij al maanden een verhouding heeft.

Roxy is een ongrijpbaar personage. Ze voelt zich het meeste op haar gemak wanneer ze haar omgeving van een afstandje kan observeren, zonder er echt deel van uit te maken. Daarom trekt ze zich terug op de zolderkamer van haar villa, waar ze in alle rust aan haar autobiografische verhalen kan schrijven. Roxy’s familie en kennissen proberen haar zoveel mogelijk te steunen. Haar ouders, met wie ze een problematische relatie heeft, trekken bij haar in om de leegte op te vangen die er na Arthurs dood is ontstaan. Jane, Arthurs secretaresse, en Feike, de oppas van Roxy’s dochter Louise, zorgen ervoor dat Roxy alle tijd en ruimte heeft om haar verdriet te verwerken. Maar Roxy hoeft helemaal niets te verwerken. Het bezoek van haar ouders komt haar voor als opportunistisch; in een huis dat van alle gemakken is voorzien, willen haar ouders, die een bescheiden bestaan leiden in Brabant, maar al te graag verblijven. De ruimte die ze van Jane en Feike krijgt, ziet ze als een persoonlijke bevrijding. Ze kan wraak nemen op de man die haar bedrogen heeft.  Roxy gaat ver in het loslaten van de verantwoordelijkheden. Het regel- en papierwerk voor de begrafenis en de verzekering laat ze volledig aan Jane over, die zich steeds meer verbaast over de onkunde en onverschilligheid van de kersverse weduwe. Feike neemt de zorg voor Louise voor haar rekening. Wanneer Roxy zelf een keer voor haar dochter moet zorgen, zet ze haar voor de televisie en heeft ze een ‘neukpartij’ met de jonge begrafenisondernemer.

Roxy stelt voor om een gezamenlijke reis naar Frankrijk te maken, die alle dames in staat stelt om even bij te komen van alle stress en hectiek. Maar de spanningen lopen op wanneer Roxy haar verantwoordelijkheden als moeder en weduwe steeds meer op de anderen afschuift.' (Van: http://www.literairnederland.nl/2014/10/20/roxy-esther-gerritsen/ ).

Esther Gerritsen is bekend door haar psychische romans, die ze al sinds 2000 schrijft. Meer van haar boeken zijn te vinden op: http://www.degeus.nl/auteurs/auteur/esther-gerritsen.html . Ze is regelmatig te vinden in radioprogramma's en op literaire festivals en daarnaast schrijft ze elke week een stukje in de VPRO Gids, waarmee ze zeer populair is.

Het boek Roxy is aan de ene kant heel leuk om te lezen, maar aan de andere kant ook heel hysterisch. Het personage zit heel erg in de knoop met zichzelf en durft bijna niks, dit lijkt totaal niet op mij. Het is daarom wel leuk om je in te leven in de gedachten van een nogal psychisch-gestoorde vrouw, maar deels is het ook om gek van te worden.

Goede recensies die hierbij passen zijn te vinden op http://mustreads.nl/recensie-roxy-esther-gerritsen/ en http://www.nrclux.nl/roxy-esther-gerritsen/nl/product/1310903/ .



De lotgevallen van Ferdinand Huyck, Jacob van Lennep

Een verhaal uit de Romantiek is 'De lotgevallen van Ferdinand Huyck', een noodlottig boek over onder andere een schipbreuk. De geschiedenis van de achttiende eeuw komt naar voren in het leven van Ferdinand Huyck. Hij is 'een jongen van een jaar of achttien, die terugkomt in Holland van een Italiaanse reis. Bijna thuis ontmoet hij baron Van Lintz (ook ‘de Vliesridder’ genoemd) die door de politie wordt gezocht. Terecht of onterecht? – Ferdinand weet het niet, maar zal de sympathieke ridder de rest van de roman proberen te helpen, wat hem zelf in problemen brengt. Tegelijkertijd maakt Ferdinand kennis met het mooie meisje Henriëtte (Jetje) Blaek, op wie hij verliefd wordt. Helaas vindt haar oom, die voor haar zorgt, dat zij moet trouwen met zijn zoon Lodewijk...' (Van: http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/19de/tekst/lg19036.html)

Het taalgebruik is vergeleken met boeken van voorgaande eeuwen best goed te volgen. De hele tekst is te vinden op http://www.dbnl.org/tekst/lenn006lotg01_01/.

Jacob van Lennep was een Nederlandse schrijver, taalkundige en politicus, net als zijn vader. Daarnaast heeft hij zijn collega's geholpen met het uitgeven van boeken, wat niet altijd volgens plan ging. Wel was hij dus veel bezig met taal. (Meer informatie op: http://nl.wikipedia.org/wiki/Jacob_van_Lennep)

Granida - Een droomhuwelijk, P. C. Hooft

titelpaginaHet verhaal begint op het platteland in Perzië, waar de vrolijke herder Daifilo van zijn ongebonden leventje geniet. Hij versiert graag meisjes, al heeft hij niet altijd succes, en maakt zich verder geen zorgen. Maar dan vraagt de prinses Granida, die bij een jachtpartij verdwaald is, hem de weg. Hij is op slag verliefd en besluit haar stilletjes te volgen naar het hof. Natuurlijk heeft hij als herder geen enkele kans, maar hij wil dan tenminste in haar buurt zijn. Daarom neemt hij dienst bij de Perzische ridder Tisiphernes, een van de huwelijkskandidaten voor Granida.


Behalve Tisiphernes heeft ook een buitenlander zich aangemeld als kandidaat voor de troon: de buitenlandse ridder Artabanus. Net als Tisiphernes gaat het hem niet om de liefde maar alleen om de macht. Tisiphernes belooft zijn landgenoten een wijs en rechtvaardig bewind; Artabanus roept trots dat hij de krachtige koning is die de verwijfde Perzen nodig hebben. Een gevecht moet uitwijzen wie de sterkste van de twee is. Daifilo toont zich de perfecte dienaar: vermomd als zijn meester vecht hij met Artabanus en wint.(http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/goudeneeuw/tekst/lgge100.html


Het boek is geschreven door P. C. Hooft in 1605. Pieter Corneliszoon Hooft is geboren in 1581 en was een Nederlandse geschiedkundige, dichter en toneelschrijver. Zijn werk is kenmerkend voor de Renaissance en dus is het verhaal vertaalt vanuit het oud Nederlands. Het bestaat uit verschillende delen, te vinden op: http://www.dbnl.org/tekst/hoof001gran01_01/ .

Karel ende Elegast

Karel ende Elegast is een verhaal uit de Middeleeuwen, circa 1250. In de klas hebben we het al vaak gehad over dit oude en beroemde boek. Het verhaal gaat als volgt: Karel de Grote krijgt aan de vooravond van een hofdag van een engel opdracht om uit stelen te gaan. Hij gehoorzaamt met tegenzin, en trekt uiteindelijk het duistere woud in. Daar verslaat hij een zwarte ridder, die Elegast blijkt te heten. Omdat hij Elegast indertijd verbannen heeft, en hij niet wil toegeven dat hij op pad is om te gaan stelen, stelt Karel zichzelf voor als Adelbrecht (dat betekent: van adellijke geboorte). Ze breken in bij Eggeric van Eggermonde, de zwager van Karel. Daar is Elegast ongewild getuige van een echtelijke ruzie, waarbij duidelijk wordt dat Eggeric samen met een aantal handlangers van plan is op de hofdag Karel van het leven te beroven. Weer buiten vertelt Elegast over het complot aan Adelbrecht/Karel, die de volgende dag zijn maatregelen treft. Eggeric wordt aangehouden, maar daagt Elegast uit om in een tweegevecht als godsoordeel uit te maken wie de waarheid spreekt. Elegast wint dit gevecht en mag met de zuster van de koning, Eggerics weduwe, trouwen.

Deze samenvatting komt van http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/middeleeuwen/tekst/lgme003.html , waar ook een fragment uit het boek staat, met vertaling. In oud Nederlands is het bijna onleesbaar, maar het verhaal is op zich niet moeilijk.

De auteur is onbekend, maar verschillende schrijvers hebben het boek vertaalt en opnieuw uitgegeven.

maandag 3 november 2014

Godenslaap - Erwin Mortier


Het tweede boek dat ik dit jaar las is Godenslaap. Een boek van een Vlaamse schrijver, geschreven in 2008. Erwin Mortier is geboren in 1965 en dus een tijdgenoot van Gisa Klönne. Hij studeerde kunstgeschiedenis in Gent en haalde een diploma van psychiatrisch verpleegkunde. Ook Mortier werkte voor diverse tijdschriften en zo kreeg hij de inspiratie om schrijver te worden. Vanaf 1999 verdiende hij dan ook alleen nog maar zijn brood met schrijven. In meerdere verhalen komt de Eerste Wereldoorlog voor, die een grote rol heeft gespeeld in België tussen 1914 en 1918. Godenslaap gaat dan ook over de gruwelen van de oorlog, die hij verbazingwekkend mooi omschrijft voor een vreselijke gebeurtenis als deze. De meningen zijn hier dan ook over verdeeld.
Het verhaal gaat over de stokoude Helena die vanuit een verzorgingstehuis terugdenkt aan haar verleden als jong meisje in de oorlog. Haar hele leven schreef zij al verhalen over haar leven en nu is ze dat dan ook blijven doen. Ze laat ze lezen aan haar verzorgster Rachida, zo'n beetje het enige mens waar Helena geen moeite mee heeft. Ze is dan ook een verbitterde vrouw die niet veel mensen vertrouwd. Ze vertelt in het boek de problemen die ze had met haar familie en dat heeft haar ook gevormd tot wie ze nu is. De invloeden van de oorlog zijn duidelijk kenbaar in het boek, alleen de beschrijving ervan wordt door sommige niet gewaardeerd.
Onder deze categorie val ik onder andere ook. Ik vind het geen boek voor jongeren, omdat het boek vol staat met beschrijvingen zonder enkele echte actie te ondernemen. Dit maakt het geen pageturner en dus moeilijk doorheen te komen. Ik denk dat het wel gewaardeerd wordt door de gevorderde lezer en daarom is de volgende recensies ook zeer positief.
(Recensie van http://www.literatuurplein.nl/recensie.jsp?recensieId=114 )

Godenslaap van Erwin Mortier

door Ellen IJzerman (Ellen IJzerman, liefhebber van boeken en paarden, heeft ook haar eigen boekensite.)

Hélène Dupont, een oude, bedlegerige vrouw schrijft over haar leven in Godenslaap van Erwin Mortier. Geboren omstreeks 1900 als tweede kind van een Vlaamse handelaar en een Franse boerendochter, groeit ze op in het België van vlak voor de eerste wereldoorlog. Het gezin maakt deel uit van de welgestelde burgerlijke stand, waarin Hélène zich aan alle kanten beperkt en verstikt voelt. Een milieu met het ‘plichtsbesef van de hoogste klassen, maar zonder de hypocrisie die het leefbaar maakte’ en dat ‘van het werkvolk het ideaal van vlijt en nijverheid, maar dan zonder de ontladingen die tijdelijk alle moraal of plicht vernietigden’ overnam. Het waren de vrouwen die van dat alles ‘het blazoen, het bladstille boegbeeld’ waren.

Hélène probeert aan die wereld te ontsnappen door veel te lezen, maar vooral door te schrijven. Ze rebelleert tegen die verstikkende burgerlijke wereld en vooral tegen haar moeder, die zich in haar ogen daarin laat opsluiten, door zich uit te leven in de taal. Ze doet dat op zo'n grootse wijze, dat haar jaloezie op de schilders volkomen onterecht is. Hélène schildert haar jeugd en het gezinsleven, de vakanties in Frankrijk en haar huidige leven in prachtige doolhoven van zinnen, waarin je toch nooit verdwaalt. Zij beschrijft de gruwelijkheden van de eerste wereldoorlog zoals Rubens de Kindermoord te Bethlehem heeft geschilderd.

Het is de schoonheid van de beschrijving, die de ellendige werkelijkheid van de oorlog voor de lezer invoelbaar maakt. Op momenten dat het te lyrisch dreigt te worden, roept haar moeder – zelfs in het hier en nu – haar tot de orde. Het resultaat is een heel mooi beeld van het leven in België vlak voor en tijdens de eerste wereldoorlog, voorafgegaan en beëindigd door een indruk van het leven van een eenzame, nog steeds zeer wilskrachtige, soms ietwat valse, bejaarde vrouw in het België van nu.

Er zullen ongetwijfeld mensen zijn, die Mortier (wederom) beschuldigen van mooischrijverij, net als Hélène de verwijten van haar moeder over haar heen krijgt. Het antwoord van Mortier zit vervat in Godenslaap, niet alleen door de vorm, maar ook heel uitgesproken: ‘Ik heb haar nooit kunnen uitleggen dat je soms veel meer bereikt door welgemikt naast de kwestie te spreken dan met een precisie die toch nooit anders dan illusoir zal zijn.’ Het is onvoorstelbaar dat er, na Godenslaap gelezen te hebben, nog mensen zijn die het daarmee niet eens zijn.

De volgende recensent heeft een meer kritische mening over boek. (Recensie van http://www.tzum.info/2013/04/recensie-erwin-mortier-godenslaap/ )
 |  DOOR  | GEEN REACTIES
De geletterdheid van het oog
De Vlaamse auteur Erwin Mortier heeft op zijn laatste romans wel de kritiek gekregen dat hij zich zou bezondigen aan mooischrijverij. Bovendien zou zijn thema beperkt zijn: telkens weer riep hij de verwondering op van een kinderwereld. Dat laatste kan hem nu niet meer verweten worden, want in Godenslaap is de hoofdpersoon de stokoude Hélène.
Hélène is aangewezen op een hulp, die haar moet baden en kleden. Als ze eenmaal in haar stoel bij het raam zit, werkt haar geheugen op volle toeren en schrijft ze boeken vol met haar herinneringen. Mortier neemt nogal de tijd voor de introductie van deze oude schrijfster die over haar jeugd vertelt in een welgesteld burgerlijk gezin. Pas na honderd bladzijden weet je ongeveer waar het verhaal naartoe gaat: de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog en de vlucht van de jonge vrouw Hélène met haar strenge moeder naar een oom over de grens. Haar vader blijft achter en haar broer trekt naar het front.
Wie actie en avonturen verwacht, kan deze roman beter ongelezen laten, want Mortier moet het hebben van uitvoerige en beeldrijke zinnen. Door de nuanceringen komen de personages tot leven. Zoals de stoere, maar ook tedere Engelse fotograaf op wie Hélène verliefd wordt en die haar het front laat zien, dat vooral bestaat uit enorme rijen mannen die het slagveld tegemoet lopen. Zoals de moeder die onder haar nukken en sociale onhandigheid toch ook doorzettingsvermogen laat zien als er na een bombardement opeens kind uit de buurt gedood wordt en in huis wordt afgelegd. Dit zijn brute, samenvattende zinnen die alle subtiliteiten om zeep brengen. De gruwelijke voorvallen en de karaktertekening van de personages worden ondergeschikt gemaakt aan de taal.
Hélène verwoordt haar opvattingen over het schrijverschap als ze haar jaloezie ten opzichte van schilders kenbaar maakt:
Jaloers omdat ik de taal niet kan fijnstampen in een mortier en naar goeddunken vloeiend of pasteus kan maken door er olie doorheen te mengen, noch een nieuwe kleur kan scheppen door wat poeder van het ene woord aan wat poeder van het andere toe te voegen. Jaloers ook, omdat er geen taal bestaat waarmee je eerst een ondergrond kunt aanbrengen, die door het kleurenweefsel dat je erbovenop legt heen blijft schemeren. Jaloers omdat ik een taal zou willen die geen betekenis draagt, maar bovenal intensiteit, een betekenis die aan de betekenis ontstijgt, en die je niet zozeer zou moeten lezen, als wel bezien, met de geletterdheid van het oog, de eruditie van het netvlies.
Je leest deze zinnen, mede dankzij de naamverwijzing, als het directe streven van Erwin Mortier zelf.
Het resultaat zal zijn dat Godenslaap vooral gekocht zal worden door liefhebbers van een perfecte stijl. Zij zullen op elke bladzijde kunnen genieten van de ingenieuze formuleerkunst en zinnen die moeiteloos uit honderd woorden bestaan. Zij zullen genieten en de schrijver koesteren die zich opnieuw succesvol verzet tegen snelle plots, gelikte personages en oppervlakkige thema’s.
Coen Peppelenbos

En het woud zwijgt - Gisa Klönne

Gisa Klönne


Klönne is geboren in Duitsland in 1964. Ze studeerde politicologie, film en theaterwetenschappen in Duitsland en in Engeland deed ze Engels en Duits. Haar droom was altijd al om schrijfster te worden, maar ze vond dit niet realistisch, vandaar dat ze veel studies heeft gedaan. Uiteindelijk gaat ze bij een tijdschrift werken, waar ze veel over schrijven leert. Dit boek heeft ze dan ook in deze tijd geschreven. Ze twijfelde erg over hoe haar thriller zou worden ontvangen, maar één van de twee uitgevers waar ze haar manuscript naar heeft gestuurd, wilde graag met haar samenwerken.

Mijn eerste gelezen boek dit schooljaar is En het woud zwijgt, een thriller van een Duitse schrijver. Het is geschreven door Gisa Klönne, een schrijfster die ik nog niet kende voor dit boek. Het is dan ook haar eerste grote uitgave in 2005, waar ze vervolgens een debuutprijs voor krijgt. Al snel volgen er een tweede en derde deel, die ik ook nog hoop te lezen. 

De thriller begint met de vondst van een aangevreten lijk in het woud. Het lijk is gevonden door een hardloopster, toevallig de nieuwe boswachtster. Al snel is het onderzoeksteam van de politie ter plekke en zij komen erachter dat het om een moord gaat. De vrouw van het slachtoffer wordt al gauw verdacht vanwege hun open relatie en het feit dat de man vreemd ging met jongere meisjes. Deze meisjes zijn dan ook verdacht en zo loopt het onderzoek vast. Tegelijkertijd wordt het lijk van een ander meisje gevonden, waarvan haar verdwijning ook al mysterieus leek te zijn. Het boek zit dus vol met onoplosbare vondsten, althans dat lijkt zo. De agente Judith Krieger is hoofdrechercheur, maar moet al snel het bureau verlaten vanwege persoonlijke problemen. Toch kan ze het onderzoek niet los laten en helpt ze haar college Manny van buiten af. Ze helpt hem met het vinden van de dader, iemand onverwachts, iemand die de lezer duidelijk laat merken dat niks is wat het lijkt.

Er zijn erg positieve reacties gekomen op het boek, bijvoorbeeld in deze recensie:


(Recensie met reacties van http://www.vrouwenthrillers.nl/index.php?page=boekopisbn&isbn=9789056722043 )

VrouwenThrillers.nl (Marloes) op 3 januari 2008:
En het woud zwijgt is een psychologische thriller. De hoofdpersoon Judith Krieger voelt zich schuldig en verdrietig over de dood van haar vorige partner. Judith wordt gekoppeld aan een nieuwe partner maar staat daar niet positief tegenover. Manfred is erg ambiteus en dit zorgt in het begin voor een stroeve samenwerking in het moordonderzoek. In het begin van het boek heb je vooral aandacht nodig voor de steeds wisselde personages die allemaal verbonden zijn met de vindplaats van het lijk. Zo begint het verhaal met het perspectief van een wandelaar die een spugende hardloopster aantreft. De hardloopster, Diane (de Boswachter), blijkt het lichaam te hebben gevonden. Vervolgens verschuift het verhaal zich naar het perspectief van Diane wachtend op haar verhoor, naar Judith op weg naar de 'crimescene' en andere personages die bij de vindplaats aanwezig zijn. Na deze snelle en 

ietswat warrige introductie wisselen de perspectieven van de personages nog wel maar in minder snel tempo en leer je de personages steeds beter kennen. Dit geeft het verhaal meer rust, geeft de karakters van de personages diepgang en maakt het verhaal spannend.
Het is interessant om te lezen hoe de ontwikkelingen in de moordzaak ervoor zorgen dat Judith en Manfred naar elkaar toegroeien en hoe Judith langzaam uit haar negatieve spiraal komt en meer zelfvertrouwen krijgt. De schrijfstijl van de steeds wisselende perspectieven van de personages zie je ook terug bij de Sarah Linton reeks van Karin Slaughter. Met het verschil dat er bij de Sarah Linton reeks de perspectieven van de personages langer worden verteld en minder snel wisselen. Het einde is sluitend en er zijn geen losse eindjes. Er blijven nog wel wat vraagtekens over de toekomst van Judith. Misschien komt er een vervolg? De titel En het woud zwijgt klinkt zwaarder dan het verhaal in werkelijkheid is. Alhoewel het woud wel de verbindende factor is tussen de personages en niet veel prijsgeeft voor het oplossen van de moordzaak, roept dit boek niet echt de mystieke en duistere sfeer op die de titel wellicht doet vermoeden. Het boek leest misschien in het begin wat stroef maar daarna ben je geboeid tot het eind!


Oordeel: 

birgitte derks (53) op 15 augustus 2012:
mooi boek. interessant hoe het onderwerp intuitie als bron van informatie een rol speelt in het boek en hoe gefocust de hoofdpersoon is op het serieus nemen niet alleen van eigen intelligentie, maar ook van eigen intuitie; ook waar dit ingaat tegen de mening van de omgeving en zelfs haar baan op het spel zet. vind het eigenlijk wel paralellen vertonen met de hoofdpersoon in de killing, tv serie op het moment, deze gaat ook zo intuitief onvervaard te werk in het oplossen van een moordzaak. heerlijke spiegel! inspirerend!
Oordeel: 

Mariska van Velsen (32) op 13 februari 2011:
Aangenaam verrast was ik! Wauw wat een beklemmende thriller! Hij greep me vast en ik kon niet meer stoppen met lezen! 

Oordeel: 

Toch kunnen er niet alleen maar positieve reacties komen, vandaar dat de onderstaande een nogal negatieve toon aanslaat.

(Recensie van http://spanningzoeker.nl/alfabet/k/klonne_g/woud.htm )


Gehuld in stilzwijgen
En het woud zwijgt is de debuutroman van de Duitse journaliste Gisa Klönne. In de winkel had ik ooit een klein fragment gelezen en dat sprak me wel aan. Toen ik het boek een tijd later voor een leuke prijs ergens tegenkwam, heb ik het daarom alsnog gekocht.
"In het verlaten woud van het Bergische Land wordt het zwaarverminkte lichaam van een naakte man op een wildkansel gevonden. Hoofdinspecteur Judith Krieger van Buro KK11 uit Keulen wordt samen met Manfred "Manni" Korzilius op deze merkwaardige zaak gezet. Hun samenwerking verloopt niet bepaald soepel maar desondanks komen ze beetje bij beetje meer te weten over het slachtoffer en de mogelijke verdachten."
 
Blijkbaar had ik toentertijd het leukste fragment gelezen want ik had nogal moeite om in het verhaal te komen. Na een aardig en intrigerend begin zakte het verhaal snel in. Dat kwam door de vele personen die voorbij kwamen en de af en toe wazige overgangen waardoor ik soms niet doorhad dat ik met een volgend personage te maken had. De keuze van Klönne om enkele gelijkende namen te gebruiken - Judith en Juliane, Wengert en Westerman en Rob en Robert - was daar ook debet aan. Iets over de helft van het boek vond ik het leuker en spannender worden maar niet in die mate dat ik beslist door wilde lezen.
De voornaamste rol in En het woud zwijgt is weggelegd voor, hoe kan het ook anders met zo'n titel, het woud. Het verhaal speelt zich hoofdzakelijk af in en om de bossen van het fictieve Snellbachtal. Het woud leeft, kijkt en zwijgt. Het is donker en dreigend, ontspannend en rustgevend, en dient als schuilplaats voor de levenden en de doden.
Naast het woud draait het verhaal vooral om vier vrouwen: de getraumatiseerde inspecteur Judith Krieger, de schijnbaar onaangedane weduwe Juliane Wengert, de bedreigde boswachter Diane Westerman en het onhandelbare tienermeisje Laura. Allemaal hebben ze wat te verbergen en hun eigen redenen om dit te verzwijgen. En dan is er nog de Sonnenhoff, een ashram - een leefgemeenschap en ontmoetingsplaats voor aanhangers van religies uit India, die gebruikt wordt als religieuze levens-, studie- en arbeidsgemeenschap (bron: Wikipedia) - en haar spirituele medewerkers en gasten.

Ondanks dat het tweede deel van het boek leuker werd, kreeg ik nooit een echte klik. De  personages en het woud kwamen bij mij niet tot leven. Dat halverwege al bekend is wie de dader is, droeg ook niet bij aan de spanning. Pas op het allerlaatst had ik iets van gevoel bij het boek maar te weinig en te laat. Voor mij hulde dit woud zich in een heimelijk stilzwijgen.


Zelf vond ik het wel een heel leuk boek, omdat het mij wakker hield door onder andere de karakterwisselingen in het verhaal. Daarnaast waren er veel situaties waarbij spanning ontstond en waardoor ik dus wilde blijven lezen. Het is ook leuk dat ik nog niet wist wie de dader was, tot de laatste bladzijde. Zo kun je zelf nog nadenken en zelf je eigen politieonderzoekje starten. Ik dacht regelmatig aan de dingen die ze vergeten zouden kunnen zijn en dat maakt het erg amusant om het te lezen.